Beleid, Acties en Doelstellingen voor Klimaatverandering

Als bedrijf is het van cruciaal belang om actie te ondernemen tegen klimaatverandering en daar transparant over te communiceren. De ESRS E1-standaard biedt een kader voor het definiëren van beleid, het implementeren van acties en het stellen van doelstellingen met betrekking tot klimaatverandering. Laten we eens dieper ingaan op de beleidsmaatregelen, acties en doelstellingen die worden beschreven in ESRS E1.

Beleid voor Klimaatverandering

Het eerste aspect dat bedrijven moeten aanpakken, is het vaststellen van beleid dat gericht is op het verminderen van hun impact op klimaatverandering. Dit beleid moet duidelijk de intentie van het bedrijf weerspiegelen om klimaatverandering serieus te nemen en concrete maatregelen te nemen om hun uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Het beleid kan betrekking hebben op aspecten zoals emissiereductie, energie-efficiëntie, gebruik van hernieuwbare energiebronnen en adaptatie aan klimaatverandering.

Acties voor Klimaatverandering

Naast het vaststellen van beleid moeten bedrijven concrete acties ondernemen om klimaatverandering aan te pakken. Dit omvat het implementeren van maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, zoals het verbeteren van energie-efficiëntie, het gebruik van hernieuwbare energiebronnen, het verminderen van afval en het bevorderen van duurzaam transport. Het omvat ook adaptatiemaatregelen om zich aan te passen aan de verwachte effecten van klimaatverandering, zoals het versterken van infrastructuur tegen extreme weersomstandigheden.

Doelstellingen voor Klimaatverandering

Om de voortgang te meten en verantwoording af te leggen over de inspanningen op het gebied van klimaatverandering, moeten bedrijven specifieke doelstellingen stellen. Deze doelstellingen kunnen betrekking hebben op het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen, het vergroten van het gebruik van hernieuwbare energie, het verminderen van afvalproductie of het verbeteren van energie-efficiëntie. Het is belangrijk dat deze doelstellingen SMART zijn: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden.

Hier zijn een aantal concrete voorbeelden van maatregelen:

  1. Emissiereductie: Bedrijven kunnen maatregelen nemen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, zoals het verbeteren van energie-efficiëntie, investeren in schone energiebronnen zoals zonne- en windenergie, het optimaliseren van productieprocessen om afval en emissies te verminderen, en het implementeren van groene technologieën.
  2. Energie-efficiëntie: Het verbeteren van energie-efficiëntie in alle aspecten van de bedrijfsvoering is een effectieve manier om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Dit omvat het gebruik van energiezuinige apparatuur, het optimaliseren van gebouwen voor energiebesparing, het bevorderen van energiebewustzijn onder werknemers en het implementeren van slimme energiemanagementsystemen.
  3. Gebruik van hernieuwbare energie: Overstappen op hernieuwbare energiebronnen zoals zonne-energie, windenergie, waterkracht en biomassa kan helpen om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen en de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Bedrijven kunnen investeren in de installatie van eigen hernieuwbare energiebronnen of groene energie aankopen van externe leveranciers.
  4. Koolstofcompensatie: Bedrijven kunnen de uitstoot van broeikasgassen compenseren door te investeren in koolstofcompensatieprojecten zoals herbebossing, bosbehoud, energie-efficiëntieprojecten of het financieren van schone energieprojecten in ontwikkelingslanden.
  5. Adaptatiemaatregelen: Naast het verminderen van emissies moeten bedrijven zich ook aanpassen aan de verwachte effecten van klimaatverandering, zoals extreme weersomstandigheden, stijgende zeespiegels en veranderingen in neerslagpatronen. Dit kan onder meer het versterken van infrastructuur, herzien van waterbeheersystemen, aanpassen van landgebruikspraktijken en ontwikkelen van noodplannen omvatten.
Klimaatverandering ESRS E1

GHG en Klimaatverandering

Broeikasgassen (GHG) zijn gassen in de atmosfeer die warmte vasthouden en zo bijdragen aan het broeikaseffect en klimaatverandering. ESRS E1 richt zich specifiek op zeven belangrijke broeikasgassen: koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4), distikstofmonoxide (N2O), hydrofluorkoolwaterstoffen (HFK’s), perfluorkoolwaterstoffen (PFK’s), zwavelhexafluoride (SF6) en stikstoftrifluoride (NF3).

De relatie tussen GHG en klimaatverandering is goed gedocumenteerd. Wanneer deze gassen in de atmosfeer worden uitgestoten door menselijke activiteiten zoals verbranding van fossiele brandstoffen, ontbossing (lees hier meer over de ontbossingsverordening) en industriële processen, leidt dit tot een versterkt broeikaseffect. Dit resulteert in opwarming van de aarde, stijgende zeespiegels, extreme weersomstandigheden en verstoring van ecosystemen.

ESRS E1 vereist dat bedrijven hun uitstoot van broeikasgassen nauwkeurig meten, rapporteren en actie ondernemen om deze uitstoot te verminderen. Dit omvat het stellen van ambitieuze doelstellingen voor emissiereductie, het implementeren van technologieën en praktijken om emissies te verminderen en zich aan te passen aan de verwachte effecten van klimaatverandering.

Conclusie

ESRS E1 biedt een raamwerk voor bedrijven om beleid, acties en doelstellingen te implementeren met betrekking tot klimaatverandering. Door zich te richten op het verminderen van broeikasgasemissies en zich aan te passen aan de effecten van klimaatverandering, kunnen bedrijven bijdragen aan een duurzamere toekomst en zichzelf positioneren als leiders op het gebied van milieubescherming en maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Lees hier ook ons artikel over ESRS E1: Het Verduidelijken van Impact op Klimaatverandering

Wil je meer weten over CSRD reporting, lees dan ook CSRD Reporting: Hoe Werkt het en Waarom is het Belangrijk?